e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spint, zachte houtlaag onder de schors spint: WLD houtkrullen!  sjpîen (Ubachsberg) De jonge zachte houtlaag onder de schors (spint, bast). [N 82 (1981)] III-4-3
spit heksenschot: hekseschuuët (Ubachsberg) Een plotseling optredende, lang aanhoudende spierkramp die bij een bepaalde beweging, meestal aan 1 zijde, in de lendenspieren optreed? (Nederlands: spit) [DC 60 (1985)] III-1-2
spitskool spitskool: spits kuul (Ubachsberg) De koolsoort met puntig toelopende kroppen; spitskool (spitskool, suikertop, kegel). [N 82 (1981)] I-7
spitsmuis spitsmuis: spits moes (Ubachsberg), WLD  sjpitsmōēs (Ubachsberg) Hoe noemt u het insektenetend diertje, veel op een muis lijkend, met spitse kop, dunne poten en een vrij lange staart (spitsmuis, dol, aardbol) [N 83 (1981)] III-4-2
splitsing van de stam vork: vurk (Ubachsberg), WLD  vurk (Ubachsberg) Het deel van de boom waar de stam zich in tweeën splitst (gaffel, mik, vork). [N 82 (1981)] III-4-3
sporen van de haan hanensporen: hānǝspǭrǝ (Ubachsberg) Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.] I-12
sport van een stoel lat: lat (Ubachsberg), warslat: wēͅšlat (Ubachsberg) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
spreeuw spreeuw: schprieuw (Ubachsberg) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] III-4-1
spreken, praten kallen: kalle (Ubachsberg), muilen: moelle (Ubachsberg), spreken: schprèke (Ubachsberg) praten [DC 02 (1932)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen met de wijwaterkwast de zegen geven met de kwast: dr zèège gèève mit dr kwas (Ubachsberg) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3