e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stilstaan ju(j): jȳi̯ (Ubachsberg) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stoelen op het priesterkoor koorstoelen: koeërsjteul (Ubachsberg) De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)] III-3-3
stok of twijg om een kind te straffen vits: (geen onderscheid tussen antwoord van vraag 34 en 35).  de viets (Ubachsberg) een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)] III-2-2
stola stola (lat.): stola (Ubachsberg) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp over een heiligenbeeld stolp: sjtolp (Ubachsberg) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stookgat van de oven ovensmuil: ǭvǝsmūl (Ubachsberg) De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b] I-6
stoppels stoppelen: štǫpǝlǝ (Ubachsberg) De stompjes halm die na het maaien op het veld overblijven en later worden ondergeploegd. Opvallend polymorfe meervoudsvorming. [N 6, 7; N 15, 52; JG 1a, 1b; L 7, 53; L 15, 23; Wi 51; monogr.] I-4
stormx storm: storm (Ubachsberg, ... ) storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)] III-4-4
stoven smoren: sjmaoərə (Ubachsberg) stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straat straat: schtroat (Ubachsberg) straat [DC 02 (1932)] III-3-1