| 18583 |
meisjesondergoed |
ondergoed:
ongergood (Q112b Ubachsberg)
|
Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
| 20970 |
melig |
melig:
WLD
méəlig (Q112b Ubachsberg)
|
Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 34237 |
melk |
melk:
melk (Q112b Ubachsberg)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
| 33882 |
melk van het paard |
biest:
bēs (Q112b Ubachsberg)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
| 17624 |
melktanden |
melktanden:
de milkteŋ (Q112b Ubachsberg)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 20149 |
mens (alg.) |
mens:
geringschattend voor een vrouw
miensj (Q112b Ubachsberg)
|
mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 24212 |
merel |
meling:
mèèling (Q112b Ubachsberg)
|
Hoe heet de merel? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 17563 |
merg |
merg:
merg (Q112b Ubachsberg)
|
[N 10a (1961)]
III-1-1
|
| 33754 |
merrie |
meer:
mē̜r (Q112b Ubachsberg)
|
Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.]
I-9
|
| 33758 |
merrieveulen |
meerveulen:
mē̜rvȳǝ.lǝ (Q112b Ubachsberg)
|
Het vrouwelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3b]
I-9
|