33857 |
bij het stappen de hoeven naar buiten bewegen |
frans staan:
frans štǭn (Q112b Ubachsberg)
|
In dit lemma staan ook de antwoorden op vraag N 8, 77: "met de hoeven naar buiten gekeerd staan". [N 8, 72, 75, 77, 78a en 86]
I-9
|
33861 |
bij het stappen de hoeven niet voldoende opheffen |
slepen:
šlęi̯pǝ (Q112b Ubachsberg)
|
[N 8, 80]
I-9
|
23756 |
bijbel |
bijbel:
biebel (Q112b Ubachsberg)
|
De bijbel [biebel]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33184 |
bijeen poten |
kort bijeen:
kǫrt biēn (Q112b Ubachsberg)
|
De pootaardappelen dichter bijeen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18a]
I-5
|
22705 |
bikkel(s) |
bikkel:
bikkele (Q112b Ubachsberg)
|
De beentjes. [N R (1968)]
III-3-2
|
22704 |
bikkelen |
prikken:
sting = stenen
prikke met priksting (Q112b Ubachsberg)
|
Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q112b Ubachsberg, ...
Q112b Ubachsberg)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binnenplaats (Q112b Ubachsberg)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
links om:
links um (Q112b Ubachsberg)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
blaasbalg:
bloasbalg (Q112b Ubachsberg)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|