e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fladderen fladderen: fladdere (Ubachsberg) fladderen op gebrekkige wijze of bij korte beurten vliegen, gezegd van jonge vogels (flodderen, plodderen, plodden, vluggen, flaggeren, floddervleugelen) [N 83 (1981)] III-4-1
flauwvallen van de welt (du.) af gaan: hee ging van de welt aaf (Ubachsberg), van de weld aof gegange (Ubachsberg) het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] III-1-2
flensje flensje: flènsje (Ubachsberg) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
fluim groene, een -: greune (Ubachsberg), kaats: kaatsj (Ubachsberg) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen kaatsen: kaatsje (Ubachsberg) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fris weer ziemlich (du.) koud: tsèmlig kòət (Ubachsberg) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fruit eten knatsen: knàtsjə (Ubachsberg) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten smoren: sjmaoərə (Ubachsberg) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
gaan gaan: ich goo no gen kirk  gôô (Ubachsberg) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaan liggen (van de wind) gaan liggen: der wint ís gao lieke (Ubachsberg), dər wink geet lūgə (Ubachsberg) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4