e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miswijn miswijn: mèswien (Ubachsberg) De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)] III-3-3
modder, slijk prats: prátsj (Ubachsberg) modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)] III-4-4
moeder mam: tegenwoordig altijd -  mam (Ubachsberg), mama: mama (Ubachsberg), moeder: modder (Ubachsberg, ... ) (moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
moedig en opgewekt monter: montǝr (Ubachsberg) Gezegd van energieke en levendige paarden. [JG 1a; N 8, 64j] I-9
moeilijk vooruitkomen slecht voorwaarts komen: slech vurwarts kôôme (Ubachsberg) lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moeite moeite: meute (Ubachsberg) moeite; hij geeft zich moeite [DC 03] III-1-4
moer moer: moor (Ubachsberg) konijn, vrouwtje [DC 04 (1936)] III-2-1
moeras moeras: mǝras (Ubachsberg) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
moestuinx gaarde: gāt (Ubachsberg, ... ), koolhof: kuləf (Ubachsberg) [DC 03 (1934)] [N 05A (1964)] [N P (1966)] I-7
moezen tot moes maken: tot moos mààkə (Ubachsberg) moes worden; Hoe noemt U: Tot moes koken (moezen) [N 80 (1980)] III-2-3