e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oogst binnenhalen inhalen: ę.nō.lǝ (Uikhoven), invaren: ę.nvā.rǝ (Uikhoven) Als de schoven lang genoeg gedroogd hebben op het veld wordt het graan binnengehaald. In dit lemma staan de algemene benamingen voor het vervoeren van de graanoogst van het veld naar de schuur bijeen. Dit gebeurde met dezelfde hoogkar en met hetzelfde gereedschap (gaffel) als bij de hooioogst; zie aflevering I.3, paragraaf 5, voor dit lemma met name ''hooi binnenhalen'' (5.3.1). Vaak ging het binnenhalen van de laatste kar met enige feestelijkheden gepaard. In L 286, 312 en 314 wordt aangetekend dat er dan rijstepap werd gegeten; in Q 117a dat men met deze laatste wagen een omweg maakte langs enkele café''s. In Q 19 wordt het oogstfeest martelgaus genoemd (in Q 32 wordt met ''martǝlgǭs'' de laatste te dorsen schoof aangeduid). In Q 34 wordt er op de laatste kar een meiboom meegevoerd; de laatste kar binnenhalen heet er dan ook: de mei invaren en deze uitdrukking kent men ook in Q 198b. Het kabaal dat gemaakt wordt bij het binnenhalen van de laatste kar noemt men in Q 211: ''juxǝlǝ'' (iteratief van ''juichen''), terwijl in dezelfde plaats wordt opgegeven dat één van de knechts bij die gelegenheid eerbetoon bracht ''(hǭfǝšǝ)'' aan de boerin, door haar de schoenen te poetsen (dǝ šǫ] re] māxǝ). Er konden twee kaarten van het materiaal getekend worden: één met ''halen'' als kernwoord (kaart 51), waarbij men het gezichtspunt van de boerderij inneemt en één met ''varen'' als kernwoord (kaart 52), waarbij men de handeling vanuit het gezichtspunt van het veld beziet.' [N 15, 39; JG 1a, 1b; A 16, 4d; A 23, 16.2; Lu 1, 16.2; monogr.] I-4
oogstappel oogstappel: al in augustus rijp  ougsappel (Uikhoven, ... ), witte vaanse, een -: vroege soort, geeft fijne appelmoes  witte vaonse (Uikhoven) appel, soort || oogstappel I-7
oogststapel in de schuur berm: bɛ̄.rǝm (Uikhoven) De stapel van graanschoven die men in de schuur vormt, vooral in de tasruimte naast de dorsvloer, maar ook wel op een zolder (vooral bij kleine bedrijven), en ook wel van toepassing op de hooioogst. Veel benamingen van de stapel bevatten de naam van het geoogste gewas en/of geven aan waaruit de stapel bestaat. Vergelijk ook het lemma "graan stapelen in de schuur" (aflevering I.4, lemma 5.1.11). In de toelichting bij het lemma "tasruimte naast de dorsvloer" (3.3.2) is al gewezen op de metonymische verbanden tussen de twee groepen benamingen. De benamingen van de stapel worden gebruikt om de ruimte waarin gestapeld wordt aan te duiden. Interessant is hier het voorkomen van de benamingen gebont en verbont; het is een geval van doorgezette metonymie: de naam van de begrenzing is overgegaan op de ruimte (i.c. de tasruimte) en deze weer op hetgeen die ruimte bevat: de oogststapel. Daarna volgen in het lemma nog een aantal (bijna-)hapaxen die kennelijk van minder belang zijn. [N 5A, 69b; N 5, 82, 84 en 85; N 15, 49a; N C, 5b; JG 1a, 1b en 2c; L B2, 292; monogr.] I-6
oom nonk: nónk (Uikhoven) oom III-2-2
oor oor: ūǝr (Uikhoven) Zie afbeelding 2.1. [JG 1a, 1b] I-9
oorwissen oorwissen: wārwø̜šǝn (Uikhoven) De wissen waaruit de handvatten worden vervaardigd. Zie ook afb. 278. De respondent uit Sint-Truiden (P 176) merkte op dat men voor de oren van een plukkorf riet uit Indonesië gebruikte. Men betrok dit via Antwerpse handelaren. [N 40, 73] II-12
op de dril zetten op de dril zetten: Sub april: april of pril.  den jeèrsten april zètten ze de gekken op den dril (Uikhoven) Grapjes met verzonnen berichten en boodschappen. III-3-2
op de wagen tassen ringen: reŋǝ (Uikhoven) Het tassen van de schoven op de hoogkar. Zie de toelichting bij het vorige lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In het gebied waarvan de opgaven van dit lemma afkomstig zijn, is het kennelijk gebruikelijk de schoven rondom in de wagen, in de vorm van een ring, te leggen. [JG 1a; add. uit JG 1b en 2c] I-4
op hol slaan op (de) loop gaan: ǫp ǝ lø̜i̯p ˲gōǝn (Uikhoven) Aan het hollen gaan, niet meer aan het commando gehoorzamen. [JG 1a, 1b; N 8, 81f] I-9
op kraamvisite gaan het kindje gaan poenen: Sub kind.  het kindsje goon pöinen (Uikhoven) Borrel drinken o.a. bij geboorte. III-3-2