19558 |
rasp |
rasp:
rasp (Q013p Uikhoven)
|
Schuurrasp, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243d]
II-10
|
24367 |
rat |
rat:
rat (Q013p Uikhoven)
|
rat
III-4-2
|
22338 |
ravotten |
rampampelen:
rampampelen (Q013p Uikhoven),
razen:
raozen (Q013p Uikhoven),
rotsen:
Routsen en rammelen, routsen en raozen.
routsen (Q013p Uikhoven)
|
Rampampelen*: Stoeien, dartelen. || Razen: al te druk stoeien. || Wild stoeien (gezegd van kinderen).
III-3-2
|
19120 |
razend van woede |
bleek van de gift:
bleik van de guf (Q013p Uikhoven),
wit van de gift:
wit van de guf (Q013p Uikhoven)
|
zeer kwaad
III-1-4
|
32504 |
rechtopstaande wissen |
stiksels:
steksǝls (Q013p Uikhoven)
|
De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.]
II-12
|
24308 |
regenworm |
piereling:
perelink (Q013p Uikhoven),
piering:
péring (Q013p Uikhoven)
|
pier
III-4-2
|
21201 |
reiskoffer |
valies (<fr.):
Karte 365.
valise (Q013p Uikhoven)
|
Reisekoffer
III-3-1
|
23403 |
relikwie |
relikwien:
rèllekwi-je (Q013p Uikhoven)
|
De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25095 |
repareren |
lappen:
lapǝn (Q013p Uikhoven)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c]
II-10
|
24302 |
restant vissen |
zalm:
zalm (Q013p Uikhoven)
|
zalm [N100 (1997)]
III-4-2
|