24462 |
wild konijn (meerv.) |
konijn (kort/stoott.):
knien (stoott.) (Q013p Uikhoven)
|
wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
24277 |
wilde eend |
piel:
kinderwoord
piel (Q013p Uikhoven)
|
eend (kinderwoord)
III-4-1
|
24611 |
wilde roos (hondsroos, enz.) |
hondsroos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
hondsroos (Q013p Uikhoven),
wilde roos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
wil rois (Q013p Uikhoven)
|
egelantier [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
24557 |
wilg (alg.) |
wilg:
wilg (Q013p Uikhoven)
|
wilg [N 38 (1971)]
III-4-3
|
24510 |
wilgenkatje |
katje:
-
ketsjes (Q013p Uikhoven),
wijdenkatje:
-
wi-jeketsjes (Q013p Uikhoven)
|
wilg, bloeiwijze van [DC 68 (1993)]
III-4-3
|
33832 |
windzuiger |
windschepper:
węi̯njtšø̜.pǝr (Q013p Uikhoven)
|
Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c]
I-9
|
18434 |
winkelhaak |
winkelhaak:
weŋkǝlhǭk (Q013p Uikhoven)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend en worden werkstukken op hun haaksheid gecontroleerd. Zie ook afb. 2. [N 30, 13a; monogr.]
II-9
|
22770 |
winnen |
winnen:
wènnen (Q013p Uikhoven),
Sub "Sterke werkwoorden".
wènnen (Q013p Uikhoven)
|
Winnen.
III-3-2
|
18676 |
winterkleren |
winterkleren:
weinterkleier (Q013p Uikhoven)
|
Winterkleren. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
33238 |
winterwortelen |
kroten:
krōtǝ (Q013p Uikhoven),
wortelen:
wǫrtǝlǝ (Q013p Uikhoven)
|
Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.]
I-5
|