e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

Gevonden: 1949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogstaan droogstaan: (de koe) stø̜u̯ dryǝx (Uikhoven) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drukte, gedoe ambras: ambras (Uikhoven) herrrie, drukte III-1-4
duif (alg.) duif: doef (Uikhoven), Pl. [du.ve]  duf (Uikhoven) Duif. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Uikhoven) duif III-4-1
duim scharnier: šarnē̜r (Uikhoven), tordel: tø̄ldǝr (Uikhoven) Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.] II-9
duiven inzetten inzetten: Sub zetten.  doeven inzètten (Uikhoven) [Duiven inzetten] voor een prijsvlucht. III-3-2
duiven ringen ringen: Een doef ringen.  ringen (Uikhoven) Ringen. III-3-2
duivenhok duivenkot: du.vəkòt (Uikhoven), duvǝkǫt (Uikhoven), dǫu̯vǝkǫt (Uikhoven), duivenspijkerd: Sub duif. Du. Speicher.  doevenspiekert (Uikhoven), Sub spiekert.  doevenspiekert (Uikhoven), spijkerd: Du. Speichert.  spiekert (Uikhoven) Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6, III-3-2
duivenmand duivenkorf: dūvǝkø̜rǝf (Uikhoven) Een rechthoekige mand met deksel waarin duiven worden vervoerd. Zie ook afb. 283. [N 20, 50; N 40, 78; N 40, 95; N 40, 102; monogr.] II-12
duivenmelker duivenpiet: Sub duif.  doevenpit (Uikhoven) Duivenmelker. III-3-2