e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

Gevonden: 1949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harken, werken met de hark reken: rē.kǝ (Uikhoven) Zie de toelichting bij het lemma Hark, Algemeen. Object van kleinmaken is: kluiten, harde grond; object van zuivermaken is: het bed, de tuin. [JG 1a, 1b; A 28, 1b; L 1, a-m; Lu 6, 1b; S 12; monogr.; add. uit N 15, 3] I-5
harten in het kaartspel harten: harte (Uikhoven), Sub hart: harten zin gein zwarten; hart zeer is geen buikpijn, meneer: gezegden bij het kaartspel.  harten (Uikhoven) [Harten in kaartspel]. || Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)] III-3-2
haver haver: ā.vǝr (Uikhoven) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
haverhok kast: kas (Uikhoven) Zie de toelichting bij het lemma ''graanhok, stuik, mandel'' (4.6.14). [N 15, 30b; JG 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 38; monogr.] I-4
haverkist, hakselkist hakselkist: ɛksǝlkes (Uikhoven), haverkist: [haver]kes (Uikhoven) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6
hazenleger leger: leger (Uikhoven) leger, ligplaats ve haas [DC 54 (1979)] III-4-2
heet, hitsig loops: løͅij.pš (Uikhoven) heet, hitsig [Goossens 1b (1960)] III-2-1
heien palen heien: pø̜̄l hęjǝ (Uikhoven) Palen met behulp van een heitoestel in de grond slaan. [N 31, 5a; monogr.] II-9
heilig hartbeeld heilig hart: hèllig hart (Uikhoven), hèllighart (Uikhoven), heilig hartbeeld: hèllighartbeeld (Uikhoven) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
heilige hostie hostie (<lat.): hostie (Uikhoven) De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)] III-3-3