e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Uikhoven

Overzicht

Gevonden: 1949
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lachen lachen: lachen (Uikhoven) lachen III-1-4
ladderboom ledderboom: (mv)  lø̜dǝrbø̜i̯m (Uikhoven) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13
laden laden: lāi̯.ǝ (Uikhoven) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lading vracht: vraxt (Uikhoven) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lagenmaat lagenmaat: lǭgǝmǭt (Uikhoven) De dikte van één baksteen plus één lintvoeg. Zie ook afb. 28 en 41. [N 31, 8a; N 31, 7c; monogr.] II-9
lagenverdeellat lagenlatje: lǭgǝlɛtšǝ (Uikhoven) Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder de dikte van één baksteen plus één voeg groot zijn. De lagenverdeellat heeft doorgaans een lengte van 1,10 m en wordt door de metselaar tegen de profielen gehouden om de laagverdeling daarop te kunnen aftekenen. Deze werkzaamheden werden in Q 3 'voegen aftekenen' ('vugǝ ǭftēkǝnǝ') en in L 414 'aftekenen' ('āftīkǝnǝ') genoemd. Zie ook afb. 28. [N 31, 8a; N 31, 8b; N 31, 7c; monogr.; div.] II-9
lakschoen gelakkeerde schoen: sub lakken.  gelakkeerde sjoon (Uikhoven) blinkende schoenen, gelakt III-1-3
lam lam: lā.mp (Uikhoven), schaapje: šø̜̄pkǝ (Uikhoven) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lambert lambert: lambę̄r (Uikhoven) Schoenmakersspijker. Volgens de informant van Q 253 is een lambert een gewone spijker met kleine, hoge kop, ter lengte van 12 tot 22 mm. [N 60, 200a; N 60, 235; N 60, 235b; N 60, 101] II-10
lammeren lammen: lamǝ (Uikhoven) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12