e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P121p plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ernstig echt: echt (Ulbeek), serieus: serieus (Ulbeek) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ē̜ǝ.t (Ulbeek) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn doorn-es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  djoneəs (Ulbeek), es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  e-jes (Ulbeek) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: i-ètēn (Ulbeek), iəte (Ulbeek) eten [ZND 25 (1937)] III-2-3
etensresten overschot: euverschoe-ot (Ulbeek) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
evenaar, tweespanszwenghout warsschei: wi̯ā.ssxęi̯ (Ulbeek) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
evene lichte haver: lī.xtǝ [haver] (Ulbeek) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
fatsoenlijk deftig: da is innen deftige mins (Ulbeek), fatsoenlijk: da is inne fatsounlijke mins (Ulbeek), da is ə fətsoenlək mins (Ulbeek) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
feest feest: fes (Ulbeek), feəs (Ulbeek), fês (Ulbeek), ’t fes gaeng door, zonder da duej iej liedje gezoonge junde (Ulbeek), de tweede e staat tussen haakjes  fees (Ulbeek) Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)] III-3-2
feestdag van sint-maarten sint-maarten: sint matte (Ulbeek) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-3