e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jam jam: jam (Ulestraten), jém (Ulestraten) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jarig zijn jarig zijn: `r haet mei (Ulestraten), is ... jörig (Ulestraten) Hij is in juli jarig, maar de datum ... ik vergeten. [DC 45 (1970)] III-3-2
jarretelle helpje: [sic]  helpkes (Ulestraten) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: jas (Ulestraten) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Ulestraten) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort mantelscholk: mantelsjolk (Ulestraten) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jenever gedistilleerd: gedistəleert (Ulestraten), jenever: zjneneevər (Ulestraten), schnaps (du.): sjnaps (Ulestraten) jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)] III-2-3
jeneverbes jeneverbes: ženéverbes (Ulestraten) jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)] III-4-3
jeuk jeuk: jeuk (Ulestraten, ... ), krets: krets (Ulestraten) jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: jeuke (Ulestraten), t begint te jeuke (Ulestraten) jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2