e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natuurlijke waterloop beek: bēk (Ulestraten), waterloop: wātǝrlø̜i̯p (Ulestraten) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
natuursteen natuursteen: natȳrštęjn (Ulestraten) In de natuur aangetroffen steen die al dan niet met gereedschappen bewerkt is. In het eerste geval spreekt men van breuksteen, in het tweede van gehouwen steen. Tot de natuursteen worden onder meer kalksteen of hardsteen, graniet, zandsteen en tufsteen gerekend. De natuursteen staat in tegenstelling tot de kunststeen, die uit verschillende grondstoffen vervaardigd wordt. Zie ook de lemmata 'Hardsteen' en 'Zandsteen'. [N 30, 55c; N 30, 55g; N 30, 56; N 31, 31a; monogr.] II-9
nauw, eng eng: ing (Ulestraten) nauw [SGV (1914)] III-4-4
navelbandje navelband: navelband (Ulestraten) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
neef neef: nèèf (Ulestraten) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neet, luizenei neet: neet (Ulestraten), Veldeke  neet (Ulestraten) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negblokken aanzet: ānzat (Ulestraten) Bergstenen blokken die in het metselwerk worden aangebracht ter verlevendiging van venster- en ingangsneggen. Zie ook afb. 52. Volgens de invuller uit Q 121c konden de negblokken uit mergel, kunststeen of hardsteen vervaardigd zijn. [N 32, 12a] II-9
negenoog negenoger: neugenuier (Ulestraten) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nemen, pakken nemen: numme (Ulestraten), pakken: pakke (Ulestraten) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nerf van de weide groes: grǫu̯s (Ulestraten) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3