e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pet: algemeen kap: kap (Ulestraten), koets: kōēts (Ulestraten), pats: patsj (Ulestraten) pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
petroleumlamp lampe belge: lamp-belsj (Ulestraten), pètroles-lamp: petrols-lamp (Ulestraten), quinquet: kengkee (Ulestraten), kenkee (Ulestraten) lamp [SGV (1914)] || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
peul leut: luite (Ulestraten) de peulen, de doppen van erwten of bonen [N Q (1966)] III-2-3
peul, dop (znw) leut: luite (Ulestraten) [N Q (1966)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: paolə (Ulestraten) [N Q (1966)] I-7
peulvruchten afhalen bonen ranken: boine renge (Ulestraten), ranken: renge (Ulestraten) boonen afhalen [SGV (1914)] || erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)] III-2-3
peulvruchten doppen peulen: paole (Ulestraten) erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)] III-2-3
peuzelen peuzelen: peuzələ (Ulestraten) peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)] III-2-3
piepen tjiepen: tjipǝ (Ulestraten) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12
pijl van een boog hoogte: hwøǝx˱dǝ (Ulestraten) De hoogte van een gemetselde boog, gemeten tussen de denkbeeldige lijn van de spanning en de kruin. Meestal neemt men voor de pijl 1/5 tot 1/10 gedeelte van de overspanning. Het bepalen van de hoogte van de pijl noemde men in Q 121: 'sprong geven' ('šproŋk jęǝvǝ'). [N 32, 17d; monogr.] II-9