20358 |
suikeroom |
suikernonk:
sòkkernònk (Q097p Ulestraten)
|
erfoom (suikeroom) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20260 |
suikertante |
suikertant:
sòkkertant (Q097p Ulestraten)
|
erftante (suikertante) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17735 |
suizen van de oren |
suizen:
t soes mich in de oire (Q097p Ulestraten),
tuiten:
m`n oire toete (Q097p Ulestraten)
|
suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33325 |
t-vormige hoeve |
warshuis:
wēršhūs (Q097p Ulestraten)
|
Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.]
I-6
|
20772 |
taai-taai |
printen:
print (Q097p Ulestraten)
|
taai-taai [N 29 (1967)]
III-2-3
|
25643 |
taai-taaikruiden |
anijszaad:
anīszǭt (Q097p Ulestraten)
|
De kruiden die in taai-taaideeg worden verwerkt. In N 29, 87b werd gevraagd naar de "grondstoffen van taai-taaideeg". Uit de antwoorden zijn twee lemmata gedistilleerd t.w. ''taai-taaikruiden'' en ''zoetstof voor taai-taai''. De woordtypen "potas", "koolzuur "ammoniak", "water", "melk", "maagzout" zijn verder in het lemma niet fonetisch gedocumenteerd. Vergelijk het lemma ''peperkoekkruiden''. [N 29, 87b]
II-1
|
25651 |
taai-taaiplank |
peperkoeksvorm:
pēpǝrkōksvø̜rm (Q097p Ulestraten)
|
Plank die bij de taai-taaibereiding wordt gebruikt. Ten aanzien van de woordtypen die samengesteld zijn met peperkoek(s) zij opgemerkt dat het mogelijk is dat in de plaatsen waarvoor die opgaven gelden, de begrippen "peperkoek" en "taai-taai" samenvallen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''taai-taaideeg''. Wat betreft de woordtypen "speculaasvorm" en "speculatieplank" vermelden beide informanten dat het hier om een plank gaat die ook voor speculaasbereiding wordt gebruikt. [N 29, 91; monogr.]
II-1
|
20704 |
taaie pannenkoek |
jodenkoek:
judde kook (Q097p Ulestraten)
|
Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20745 |
taart |
gteau (fr.):
gattoo (Q097p Ulestraten),
koek:
kook (Q097p Ulestraten),
taart:
taart (Q097p Ulestraten),
toert (Q097p Ulestraten)
|
taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20891 |
tabak |
toebak:
toebak (Q097p Ulestraten)
|
tabak [SGV (1914)]
III-2-3
|