e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

Gevonden: 3378
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cement cement: sǝmɛnt (Ulestraten) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel cementspijs: sǝmę ̞nt[spijs] (Ulestraten) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cent cent: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  cent (Ulestraten), sang: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  san (Ulestraten) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
cervelaatworst droogworst: droëëgwoorsj (Ulestraten), drêûgwoorsj (Ulestraten) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
cichorei cichorei: siechorei (Ulestraten, ... ), suikerij: (o dof)  sokkerei (Ulestraten), surrogaat: surrəgaat (Ulestraten, ... ) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
cirkel, kring kring: kring (Ulestraten), ring: rīnk (Ulestraten) cirkel [SGV (1914)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
cirkelvormig raam maanvenstertje: mǭnvenstǝrkǝ (Ulestraten) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
colbertjasje jas: jas (Ulestraten) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
commode, ladenkast commode: koͅmu̯at (Ulestraten) commode [SGV (1914)] III-2-1
communiebank communiebank: kəmŭŭnniebank (Ulestraten) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3