e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

Gevonden: 3378
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluisteren stil kallen: stil kalə (Ulestraten) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluweel, velours velours: flwār (Ulestraten) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fopspeen lots: lotsj (Ulestraten), lòtsj (Ulestraten) fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
forsgebouwde koe koe met fors postuur: kō mɛt fǫrš pǫštȳr (Ulestraten) [N 3A, 141a] I-11
franje franjel: fraanjel (Ulestraten), frāŋǝl (Ulestraten) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frees frees/fraise (fr.): frē̜s (Ulestraten) Een modern akkerwerktuig waarvan de aan-gedreven as voorzien is van een reeks messen, haken of tanden die in de grond hakken en deze fijn maken. [N 11, 72 add.; N 11A, 169b; N J, 10; div.; monogr.] I-2
fruit bewaren laten murgen: loate moige (Ulestraten) meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] III-2-3
fruit eten knatsen: knàtsjə (Ulestraten) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruit, ooft fruit: fruit (Ulestraten) I-7
fruiten fruiten: fruitə (Ulestraten) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3