20692 |
gehakt |
gehakt:
gehak (Q097p Ulestraten)
|
Fijngehakt vlees (bilber?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34425 |
geheel afgeschoren wolvacht |
vacht:
vax (Q097p Ulestraten)
|
De gehele vacht wol van het schaap, wanneer dit geschoren wordt. [N 38, 19; L 41, 37; monogr.]
I-12
|
17621 |
gehemelte |
hemel:
hemel (Q097p Ulestraten, ...
Q097p Ulestraten,
Q097p Ulestraten),
raak:
raak (Q097p Ulestraten)
|
gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] || Hoe noemt men de bovenkant van de mondholte? ( Nederl. gehemelte, verhemelte). [DC 30 (1958)]
III-1-1
|
17960 |
gehurkt zitten |
hukje zitten:
huukske zitte (Q097p Ulestraten),
op de hukken zitten:
op de huke zitte (Q097p Ulestraten),
op de huuke zitte (Q097p Ulestraten),
op het hukken zitten:
op het huke zitte (Q097p Ulestraten)
|
hurken [SGV (1914)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
30175 |
geknipt werk |
knipvoegwerk:
knep˲vōxwęrǝk (Q097p Ulestraten),
knipwerk:
knepwęrǝk (Q097p Ulestraten),
snijvoeg:
šnivōx (Q097p Ulestraten)
|
Wijze van voegen waarbij de voegen eerst met fijne witte specie worden volgezet en vervolgens langs de kanten met een voegijzer of mesje schuin worden afgesneden. Geknipt werk vervaardigen noemde men in L 163 'knippen' ('knepǝ') of 'snijden' ('snejǝ'), in K 353 'bovenop voegen' ('bōvǝnup ˲vugǝ'). [N 32, 34d; N 32, 35a; N 32, 35c; monogr.]
II-9
|
17580 |
gekruld haar |
krulhaar:
krolhaor (Q097p Ulestraten),
krullenkop:
krollekop (Q097p Ulestraten)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
geld:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
geld (Q097p Ulestraten),
knabben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
knabbe (Q097p Ulestraten),
ping:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
ping (Q097p Ulestraten),
poen:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
poen (Q097p Ulestraten)
|
Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24152 |
gele kwikstaart |
geelgol:
gaelgol (Q097p Ulestraten),
kwikstaartje:
kwiksjtertje (Q097p Ulestraten)
|
kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)]
III-4-1
|
33264 |
gele lupine |
lupinen:
ly`pinǝ (Q097p Ulestraten)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
33239 |
gele voederwortel |
voerwortelen:
vōrwortǝlǝ (Q097p Ulestraten)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|