e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebakje gebakje: gebékske (Urmond) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen schijven: sjīēve (Urmond) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebint gebint(e): gǝbøntj (Urmond) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebeet: gǝbēt (Urmond), gebit: gebeet (Urmond, ... ) gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
geboortefeest doopkoffie: duipkoffie (Urmond) Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2
geboren worden geboren werden: gebaorə wéérə (Urmond) Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)] III-2-2
gebreide kous strikhoos: strikhaos (Urmond) breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gebrekkig spreken stamelen: stamələn (Urmond) gebrekkig spreken [hakkelen, tottelen, stamelen, touwen, tatewalen, totteren, stotteren] [N 87 (1981)] III-3-1
gebruik gebruik: gebroek (Urmond), gəbruk (Urmond) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] || gebruik [SGV (1914)] III-3-2
geburen nabuurschap: naobərsjap (Urmond) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1