e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwezerik pezerik: Syst. WBD  pezerik (Urmond), soepieten: sepiete (Urmond) Zwezerik (sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
zwijgen zwijgen: zwiegen (Urmond) zwijgen [SGV (1914)] III-3-1
zwijmelen schravelen: šrāvǝlǝn (Urmond) Onvast, langzaam en met moeite gaan, zonder richting te houden. [N 8, 73 en 83] I-9
zwoegen martelen: martelen (Urmond), ploeteren: ploetərən (Urmond), zich uitsloven: zich oetslovən (Urmond) hard werken [zwoegen, wroeten, adammen, muiken, ploeteren, trimmen, porren] [N 85 (1981)] || zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] || zwoegen (hard werken) [SGV (1914)] III-1-4
zwoord zwaard: zwaars (Urmond), zwaas (Urmond, ... ), zwaasj (Urmond), zwas (Urmond), Syst. WBD  sjwaas (Urmond), zwaardje: zwaesjke (Urmond) De zwoord, van het spek (zwaart, zwaort?) [N 16 (1962)] || zwoerd (van spek) [N 07 (1961)] || zwoord (spek~) [SGV (1914)] III-2-3
één frank frank: ’ne frang (Urmond) 1 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1