18372 |
krakende schoen |
kraakschoen:
kraaksjoon (Q014p Urmond)
|
schoenen die een krakend geluid maken als men er op loopt [kraokschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33896 |
krampig |
krampig:
krampex (Q014p Urmond)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
24197 |
kramsvogel |
krammes:
krammes (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
kramsvogel || kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
kezet (Q014p Urmond),
kəzét (Q014p Urmond)
|
een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
kretsen:
krètsən (Q014p Urmond)
|
het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
krêft (Q014p Urmond)
|
kreeft [SGV (1914)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
krekel:
krekel (Q014p Urmond)
|
krekel [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
18107 |
krentenbaard |
uitslag:
oetslaag (Q014p Urmond)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20708 |
krentenbol |
krentenbol:
krêntebol (Q014p Urmond)
|
Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenweg:
krêntewêk (Q014p Urmond),
Syst. WBD
krintewek (Q014p Urmond),
rozijnenweg:
rezienewêk (Q014p Urmond)
|
Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|