18224 |
kreukel |
kreuk:
krèùk (Q014p Urmond)
|
ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
kreuken:
krèùkən (Q014p Urmond)
|
zich in ongewenste plooien zetten, gezegd van een kledingstuk [kreukelen, kreuk] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18875 |
kreunen |
jammeren:
jeismeren (Q014p Urmond),
kuimen:
kuumən (Q014p Urmond)
|
een zacht klagend geluid maken [kreunen, kermen, krengen, steunen, kriepen, kruchen] [N 85 (1981)] || kreunen [SGV (1914)]
III-1-4
|
17994 |
kreunen van de pijn |
krimpen:
krumpən van de pien (Q014p Urmond)
|
Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33910 |
kreupel zijn |
(een) kreupele:
krø̜̄pǝlǝ (Q014p Urmond),
(het is/staat) kreupel:
krø̜̄pǝl (Q014p Urmond),
lam:
lām (Q014p Urmond),
lam paard:
lām pē̜rt (Q014p Urmond)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
24893 |
kreupelhout |
bos:
WBD/WLD
bosj (Q014p Urmond)
|
Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33831 |
kribbebijter |
kribbebijter:
krøbǝbitǝr (Q014p Urmond)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
34465 |
krielkip |
kriel:
kril (Q014p Urmond),
krielhennetje:
krilhenkǝ (Q014p Urmond)
|
Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.]
I-12
|
21343 |
krijgen |
krijgen:
kriege (Q014p Urmond)
|
krijgen [SGV (1914)]
III-3-1
|
22351 |
krijgertje spelen |
nalopen:
nōͅloͅupə (Q014p Urmond)
|
Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)]
III-3-2
|