22356 |
priktol |
dop:
dop (Q014p Urmond)
|
tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
proberen (Q014p Urmond)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21722 |
proces |
zitting:
zitting (Q014p Urmond)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
proces (<fr./lat.):
pərses (Q014p Urmond)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
persessen (Q014p Urmond)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
keuren:
in de Maasband, ten zuiden van Urmond (heel vroeger tot Belgie behorend
koarə (Q014p Urmond),
proeven:
preuve (Q014p Urmond),
preuven (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond),
preuvə (Q014p Urmond),
preuvən (Q014p Urmond),
prèùve (Q014p Urmond)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profiterən (Q014p Urmond)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18221 |
pronken |
grinden:
? WNT: grinden (III), Wellicht niet anders dan een bijvorm van grinnen, grijnzen.
grĕntjen (Q014p Urmond),
opgedoft:
opgədóf (Q014p Urmond)
|
in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] || prijken [SGV (1914)]
III-1-3
|
20506 |
proosten |
klinken:
kleinkə (Q014p Urmond),
klinkən (Q014p Urmond)
|
proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21698 |
prop |
prop:
pròp (Q014p Urmond)
|
een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)]
III-3-1
|