e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezoek bezoek: bezeuk (Urmond), bəzeuk (Urmond) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: ⁄nə krankə bezeuken (Urmond) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd zich zorgen maken: zich zörch makən (Urmond) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwaarlijk bezwaarlijk: bezwaorlək (Urmond) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: flàwtə (Urmond) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen rijderen: ri:jere (Urmond), riejere (Urmond, ... ) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
bidden beden: bêje (Urmond) bidden [SGV (1914)] III-3-3
bidstoel bedestoel: beeistool (Urmond) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): beechte (Urmond) biechten [SGV (1914)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: bēēgstool (Urmond) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3