33697 |
toegangsweg naar het erf |
opvaart:
ǫp˲vārt (Q014p Urmond),
vaart:
vārt (Q014p Urmond)
|
Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.]
I-8
|
33592 |
toekruid, algemeen |
gekruid:
WBD/WLD
gekruujən (Q014p Urmond)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
I-7
|
22547 |
toepen (kaartspel) |
toepen:
toppen (Q014p Urmond)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21438 |
toeslag |
opgeld:
opgèltj (Q014p Urmond)
|
het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19261 |
toestemming |
toestemming:
toestumming (Q014p Urmond)
|
goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19663 |
toilet |
bestekamer:
beͅstəkāmər (Q014p Urmond),
huisje:
hyskə (Q014p Urmond)
|
wc, toilet [N 05A (1964)]
III-2-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
breer (Q014p Urmond)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
commies (<fr.):
kemies (Q014p Urmond)
|
tolgaarder [SGV (1914)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
wirbeln (du.):
wirbələn (Q014p Urmond)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19583 |
tondel |
zwam:
zwam (Q014p Urmond)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|