34233 |
verse koe |
kalfkoe:
kawfku (Q014p Urmond)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
sērə (Q014p Urmond)
|
Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18242 |
versiersel |
sieraad:
seerraodə (Q014p Urmond)
|
voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
kaal:
kaal (Q014p Urmond),
versleten:
vərsletən (Q014p Urmond)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
spręi̯ (Q014p Urmond)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
verstand:
vərstèntj (Q014p Urmond)
|
het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
verstĕjnig (Q014p Urmond),
vərstènjich (Q014p Urmond)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
oogtand:
ougtèntj (Q014p Urmond),
tand van verstand:
tèntj van verstèntj (Q014p Urmond)
|
verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29112 |
verstellen |
uitstukkeren:
ūtstø̜kǝrǝ (Q014p Urmond)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
koekversteken:
koek verstèken (Q014p Urmond),
kukvərstēͅkə (Q014p Urmond)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] || schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|