id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33665 | vetweide | vetwei: vɛtwɛi̯ (Urmond) | Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8 |
33756 | veulen | veulen: vø̄lǝn (Urmond) | Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9 |
25284 | vierdel, maat van 125 gram of kwart pond | vierdel: vjéérəl (Urmond) | de maat die een gewicht aangeeft van 125 gram, dat is 1/4 pond [verrel] [N 91 (1982)] III-4-4 |
22832 | vieren | vieren: chəve.ət (Urmond) | gevierd [RND] III-3-2 |
20574 | vieruursboterham | koffiedrinken, het -: koffie drènken (Urmond), koffiedrénken (Urmond), ’t koffiedrènke (Urmond), om veer oere wurt koffie gedronke koffiedrinke (Urmond) | de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3 |
21542 | vijf frank | vijf frank: vief frang (Urmond, ... ) | 5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1 |
21621 | vijftig frank | vijftig frank: vieftig frang (Urmond) | 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1 |
20894 | vijg | vijg: WBD/WLD viech (Urmond) | De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3 |
25354 | vijl | vijl: vīl (Urmond) | In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12 |
24961 | vijver | vijver: vivǝr (Urmond), vīvǝr (Urmond) | Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8 |