e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bouwland akker: akǝr (Urmond), gewande: gǝwanj (Urmond), land: lɛnjtj (Urmond), veld: fɛltj (Urmond), vɛljtj (Urmond) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bovenbeen bovenbeen: bǭvǝbęi̯n (Urmond) Zie afbeelding 2.21. [N 8, 32.3] I-9
bovendeel van de rug krommejak: bie de vader opte kraomejaok zitte (Urmond), kammeejook (Urmond), kraomejaok (Urmond), bei de pap op de kammeejook zitte  bei de pap op de kammeejook zitte (Urmond) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] || rug: op de rug zitten [N 10 (1961)] III-1-1
boveneinde van de stam kop: WBD/WLD  kop (Urmond) Het dunne uiteinde van de stam, bovenaan (top, kop, topeind). [N 82 (1981)] III-4-3
bovenlip bovenlip: bò:velùp (Urmond) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
bovenste handvat (bovenste, bovelste, lange, grote, achterste) kruk: krøk (Urmond) Het bovenste handvat van de steel van de zeis, dat in de linkerhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het lange T-vormige handvat, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de opgaven opgenomen waar het bovenste handvat kort en recht is of waar dit bovenste handvat ontbreekt (model B). Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het onderste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (bovenste, lange, grote, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A1 en B1.' [N 18, 67b; N C, 3b1; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
bovenstuk van een rijtuig rek: rék (Urmond) het bovenstuk van een rijtuig [imperiaal] [N 90 (1982)] III-3-1
box looprek: louprék (Urmond) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
braadpan braadpan: braadpan (Urmond) schotel; inventarisatie van \"schotel\"als ijzeren voorwerp waarin men iets kan braden [N 20 (zj)] III-2-1
braadworst braadworst: braodwoos (Urmond) braadworst [N 06 (1960)] III-2-3