e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien dooien: doa͂jen (Urmond), t slaakt]: ⁄t begint te daojje (Urmond), ⁄t dôôit (Urmond), ⁄t waer geit aaf (Urmond), ⁄t wair geit aaf (Urmond), ⁄t wéér geit aaf (Urmond) dooien [SGV (1914)] || dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier (het) geel: xēǝl (Urmond), dooier: doǝi̯ǝr (Urmond) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
dooierzwam elfenbankje: WBD/WLD  elfenbankje (Urmond) Cantharel: een gele, eetbare paddestoel (cantharel, eierzwam, dooierzwam). [N 92 (1982)] III-4-3
doop doop: doup (Urmond) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopdekentje doopkleed: duipkleid (Urmond) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doophemdje: douphumpke (Urmond), doopkleedje: dö.ypklɛtjə (Urmond) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] III-2-2, III-3-3
doopkapel doopkapel: daupkapel (Urmond) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmutsje: doupmətske (Urmond) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopsprei doopspreitje: doupspreike (Urmond) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopsteen: doupstein (Urmond), doopvont: doͅ.upfont (Urmond) doopvont [RND], [SGV (1914)] III-3-3