33458 |
draaibare sluitbalk aan de bovenzijde van een poortvleugel |
nar:
nar (Q014p Urmond)
|
Een draaibare sluitbalk aan de bovenzijde van een poortvleugel. Het draaipunt is aan de binnenkant van één van de poortvleugels bevestigd, iets onder de bovenkant. De "staart" van de balk steekt zover naar beneden dat men er gemakkelijk bij kan. De balk is zo draaibaar dat hij achter beide poortvleugels komt en zo de poort afsluit. Als hij horizontaal gedraaid is, kan de poort geheel geopend worden. Met deze balk in geheel vertikale stand kan men ook slechts één poortvleugel afsluiten. Zie afbeelding 21. [N 4A, 47a; monogr.]
I-6
|
17856 |
draaien |
draaien:
drèjen (Q014p Urmond),
omdraaien:
ómdréjən (Q014p Urmond)
|
draaien [DC 02 (1932)] || Draaien: een andere richting aannemen, draaien (wenden, wenken, wengen, zwenken, keren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34160 |
drachtig |
dragend:
drāgǝnt (Q014p Urmond),
vol:
vǫl (Q014p Urmond)
|
[N 3A, 33]
I-11
|
33873 |
drachtige merrie |
volle meer:
vǫl mē̜r (Q014p Urmond)
|
De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a]
I-9
|
33523 |
draden of randen van peulvruchten |
ringen/randen:
reng (Q014p Urmond)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
17806 |
dragen |
dragen:
dragen (Q014p Urmond)
|
dragen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
20663 |
dragon |
dragon:
WBD/WLD
dràgon (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
Dragon; een overblijvende plant met smalle gaafrandige bladeren en 3 mm grote bloemhoofdjes waarvan de jonge bladeren dienen als specerij in sla en bij het inmaken van augurken, zilveruitjes, etc. (drakewortel, kloppenkruid, stragoen). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
20500 |
drank |
drinken:
drèn-kə (Q014p Urmond),
drènken (Q014p Urmond)
|
drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33848 |
draven |
draven:
drāvǝn (Q014p Urmond)
|
In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d]
I-9
|
21153 |
dreef |
laan:
laan (Q014p Urmond)
|
een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)]
III-3-1
|