18101 |
eczeem |
haarworm:
haorworm (Q014p Urmond)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ènköörke (Q014p Urmond),
ènkø͂ͅrke (Q014p Urmond)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)] || eekhorentje [SGV (1914)]
III-4-2
|
24770 |
eekhoorntjesbrood |
jodenoren:
WBD/WLD Additie bij vraag 182 e.v.: paddestoelen groeiend op rottende hout noemt men -
judde-oren (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond),
paddestoel:
WBD/WLD
paddestool (Q014p Urmond)
|
Eekhoorntjesbrood: een eetbare paddestoel met een bruine hoed en een lichtbruine, witgeaderde voet. Vaak wordt het vlees bij het doorbreken blauw. [N 92 (1982)], [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
zwel:
zjweel (Q014p Urmond),
zweel (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
zweelwrat:
zwelvrat (Q014p Urmond)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
18942 |
een aanmerking maken |
bekritiseren:
bəkrietiezerən (Q014p Urmond)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22483 |
een april |
een april:
1-apr (Q014p Urmond)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestərən (Q014p Urmond)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20505 |
een borrel drinken |
een drupje drinken:
ei dröpke drénkə (Q014p Urmond),
proeven:
preuvən (Q014p Urmond)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|