e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
begeerte sehnsucht (du.): zen zoecht (Vaals) een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
begerig gerig: cf. WNT IV, kol. 692, s.v. geerig, begerig, gretig Thans verouderd; zie ook WNT IV, kol. 2297, s.v. gierig I) A) Begeerig, gretig, verlangend. Thans alleen in dichterlijke stijl en in samenstellingen  juerig (Vaals) sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] III-1-4
begrafenis begrbnis (du.): begrebnis (Vaals) de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal gratias (du.): der gratsieas (Vaals), begrafenismaal heet -  gratias (Vaals), cf. RhWb (II), kol. 1365, s.v. Gratias-trunk = "der gemeinsame Trunk nach der Beerdigung  jratsia (Vaals) Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || Is in uw omgeving het begrafenismaal bekend? Zoo ja, hoe noemt men het (groevenmaal, lijkmaal, grafmaal, uitigst, enz.)? [VC 03 (1937)] III-2-2
begraven begraven: bejrave (Vaals) een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)] III-2-2
begrijpen begreifen (du.): bejrieve (Vaals, ... ) het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
begrip, besef benul: benul (Vaals) een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] III-1-4
bek muil: moël (Vaals) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekakte praat /bekakt praten natte riem: naze reem (Vaals) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-1-4
bekendmaken bekendmaken: bekant mache (Vaals) officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)] III-3-1