e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
middagdutje doen d?sen (du.): deusje (Vaals), deuze (Vaals) middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
middagmaal middag, de -: klemtoon op de aa  middaag (Vaals) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
middelvinger middelvinger: middelvinger (Vaals) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1
middenrif middenrif: midderif (Vaals) Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)] III-1-1
midvoor middenvoor: middeveur (Vaals) Midvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
mier amezeik: ooəməzeek (Vaals), oͅməzēk (Vaals) mier [ZND B2 (1940sq)] || mier, alg. [DC 43 (1968)] III-4-2
mierikswortel mierrettich: mierettisch (Vaals), rettich: rettisch (Vaals) De vlezige scherpe wortel van de mierik, mierikswortel (mierikswortel, peperwortel, meerradijs, kiek, tiek). [N 82 (1981)] I-7
mikken mikken: mikə (Vaals) lonken (mikken) [RND] III-3-2
min, voedster min: min (Vaals) voedster; een vrouw die een kind van een andere vrouw zoogt [min, voedster] [N 86 (1981)] III-2-2
minachten; minachtend minachten: minachte (Vaals) blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)] III-1-4