e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe vleesvlieg, bromvlieg dikke vlieg: dikke vliž (Vaals), paardsvlieg: pēatsvlij (Vaals), pēatsvliž (Vaals) bromvlieg (legt eieren in geslacht vlees) [DC 18 (1950)] III-4-2
blazen blazen: bloaze (Vaals), blōəzə (Vaals) blazen [DC 37 (1964)] || Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-1-1, III-2-1
bleek blass (du.): blas (Vaals) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
blijven wachten blijven: bliejve (Vaals) blijven [DC 37 (1964)] III-4-4
blikaars zweren: sjweare (Vaals) Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker(d), blik, smet). [N 84 (1981)] III-1-2
bliksem, bliksemflits blits: blits (Vaals) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] III-4-4
blikslager blikslager: blęjxslē̜.gǝr (Vaals) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
bloeden bloeden: blouwə (Vaals) bloeden [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
bloedworst bloedworst: worst van varkensbloed  bloou̯dwoosj (Vaals) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: blootzoewər (Vaals) bloedzuiger [DC 30 (1958)] III-4-2