| 19308 |
stiekem |
on-ehrlich (< du.):
onierlisch (Q222p Vaals),
stiekem:
sjtiekem (Q222p Vaals, ...
Q222p Vaals)
|
boosaardige streken in het geheim bedrijvend [heimelijk, geniepig, gniep, stiekem] [N 85 (1981)] || niet laten blijken dat iets bekend is of plaats vindt, in het geheim dingen doend [stiekem, heimelijk, tersmuiks] [N 85 (1981)] || oneerlijk, achterbakse slinkse streken [linken, slenters, slingers, slenders, list, draaiers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 34050 |
stier |
stier:
stīr (Q222p Vaals),
štīr (Q222p Vaals)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
| 19327 |
stijfkop |
stierenkop:
sjtiere kop (Q222p Vaals, ...
Q222p Vaals)
|
iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)] || niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 30015 |
stijve mortel |
te droog:
tsǝ drȳx (Q222p Vaals)
|
Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
| 18014 |
stikken |
stikken:
sjtikke (Q222p Vaals)
|
Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 25212 |
stille regen |
snieren:
schnieraen (Q222p Vaals)
|
stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 17738 |
stinken |
stinken:
sjtinke (Q222p Vaals)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
| 31693 |
stobbe |
vot:
vot (Q222p Vaals)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
| 21226 |
stoep |
trap:
trape (Q222p Vaals),
trottoir:
trottwaar (Q222p Vaals),
trōtwār (Q222p Vaals)
|
stoep (niet aan de straat) [ZND B1 (1940sq)] || stoep (voor het huis, langs de straat) [ZND B1 (1940sq)] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
| 18775 |
stof |
stub:
štøp (Q222p Vaals),
žtub (Q222p Vaals),
žtup (Q222p Vaals)
|
stof [DC 23 (1953)] || stof (fr. poussiere) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|