18083 |
tuberculose |
tb:
t.B. (Q222p Vaals)
|
Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, loosziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34293 |
tuierpaal |
paal:
pǫl (Q222p Vaals)
|
De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71]
I-11
|
34295 |
tuiertouw, tuierketting |
koord:
koǝt (Q222p Vaals),
kōǝt (Q222p Vaals)
|
Het touw of de ketting waarmee men de koe of de geit aan de tuierpaal vastmaakt. [A 17, 20; N 3a, 14h; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 73b]
I-11
|
19772 |
tuin |
gaarde:
j‧ādə (Q222p Vaals)
|
hof [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|
33506 |
tuinbonen |
huisbonen:
hoesbon (Q222p Vaals),
sniepelbonen:
schniepelbon (Q222p Vaals),
spekbonen:
schpekbon (Q222p Vaals)
|
Een jonge tuinboon die men met schil en al eet (wilde wan, wollenwantje, pulleke, spekboon, sluimererwt). [N 82 (1981)] || Een tuinboon die in sterke mate de ontlasting bevordert (gatschuiver, blazer). [N 82 (1981)] || Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)]
I-7
|
19749 |
tuinhuisje |
zomerhuisje:
zomərhysjə (Q222p Vaals)
|
zomerhuisje (in de tuin) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
33593 |
tuinkers |
kers:
kiesch (Q222p Vaals)
|
Tuinkers; de plant heeft duidelijk witte of roodachtige bloempjes in een smalle tros en schuinopstaande vruchtjes die ongeveer een halve cm lang zijn, de bladerenzijn zeer fijn verdeeld, de stengel en kalkrijke vruchten zijn blauw berijpt (kers, tuinkers, [N 82 (1981)]
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kervel:
kervel (Q222p Vaals)
|
Tuinkervel; een één of tweejarig kruid, 30-60 cm hoog, met witte bloemen; de bladeren worden gebruikt in soep, sausen en salade (kervel, gervel, kelver, scharnpiep). [N 82 (1981)]
I-7
|
33615 |
tuinman, boomkweker |
grtner (du.):
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
jɛrtnər (Q222p Vaals)
|
[RND 08]
I-7
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
kleppen:
klipə (Q222p Vaals)
|
Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)]
III-3-3
|