e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitslag onder de neus zweren: sjweare (Vaals) Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)] III-1-2
uitstellen uitstellen: oas sjtelle (Vaals) iets niet op het daarop vastgestelde tijdstip verrichten maar het naar een later tijdstip verschuiven [uitstellen, trekken, vertrekken, verstrekken, nazien] [N 85 (1981)] III-1-4
uitvoerig verhaal uitvoerig gesprek: oasfurig jesprich (Vaals) een uitvoerig verhaal [teel] [N 87 (1981)] III-3-1
uitwerpselen van het paard paardskeutelen: peǝtskøtǝlǝ (Vaals) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koeflat: kou̯flat (Vaals) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitzetplanken uitzetbreder: ūs˲zɛts˱brēr (Vaals) De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c] II-9
urine pis: pis (Vaals), zeik: zēk (Vaals) urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren pissen: pisse (Vaals), zeiken: zēkǝ (Vaals) urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
vaars kalf: kǫu̯f (Vaals), vaars: vē̜š (Vaals), vǝɛš (Vaals) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vademen indoen: endū (Vaals) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7