18054 |
vergiftigen |
vergiften:
verjifte (Q222p Vaals)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21412 |
verhaal |
geschichte (du.):
jeschichte (Q222p Vaals)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
geburtstag (du.):
jəboertsdaach (Q222p Vaals),
Karte 183.
Geburtstag (Q222p Vaals),
verjaardag:
Karte 183.
verjaardag (Q222p Vaals)
|
Geburtstag. || Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)]
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrzieë (Q222p Vaals)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20364 |
verkering |
bevriend:
bevrint (Q222p Vaals)
|
verkering; regelmatige omgang met een persoon van het andere geslacht [sjans, verkeer, aanspraak] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vreͅi̯ə (Q222p Vaals),
vrieë (Q222p Vaals)
|
verkering hebben [verkeren, vrijen, meteen lopen] [N 87 (1981)] || vrijen [DC 38 (1964)]
III-2-2
|
18002 |
verkleumd |
bevroren:
ix ben benoͅ bəvrōrə (Q222p Vaals)
|
killen (ongevoelig worden van de koude) [ZND B1 (1940sq)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
iež bi vərkaut (Q222p Vaals),
verkouden:
verkouwe (Q222p Vaals)
|
Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
snop:
jež ha dər žnōēp (Q222p Vaals)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19038 |
verlegen |
bleu:
blûû (Q222p Vaals)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|