e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardappelstruik aardappel: [aardappel] (Vaals), struik: štrux (Vaals) Het geheel van de aardappelplant of aardappelbos: wortels, stengels. bladeren en bloemen. In het lemma en op de kaart is aangetekend waar zich de opvallende monoftong /u/ bevindt in struik, terwijl men een diftong of palatalisering zou verwachten; zie Stevens 1951, 249. Voor de fonetische documentatie van de typen aardappel en patat, zie het lemma Aardappel. [N 12, 5; JG 1a, 1b; A 23, 17c; Lu 1, 17c; monogr.] I-5
aardbei aardbeer: eerdbeer (Vaals), elber: eͅlbər (Vaals) [DC GV (1935) M]De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)] I-7
aarden gewennen: jewenne (Vaals) zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)] III-1-4
aarzelen zgern (du.): tseujere (Vaals) bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: klīə oͅs (Vaals) Aas: klaveren aas (kaartspel). [ZND B2 (1940sq)] III-3-2
achteruit terug: tryk (Vaals), terug-u(j): tryk˱ ȳ (Vaals) Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10
achteruitgaan hinteraus (du.) gaan: hinger oes joa (Vaals) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwand klap: klap (Vaals) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
adder adder: adder (Vaals) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
admiraalsvlinder foks: foeks (Vaals) admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)] III-4-2