id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24950 | draaikolk | stroedel: schtroedel (Vaals) | kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)] III-4-4 |
24311 | dracht, drachtig zijn | ww. is drachtig: dragtig (Vaals) | Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)] III-4-2 |
33523 | draden of randen van peulvruchten | vamen: vème (Vaals) | [N Q (1966)] I-7 |
17806 | dragen | dragen: drage (Vaals), drare (Vaals) | dragen [DC 02 (1932)] III-1-2 |
25127 | dragen, gezegd van ijs | dik ijs: dik ies (Vaals) | dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)] III-4-4 |
18877 | drenzen | janken: janke (Vaals), jengelen: jengələ (Vaals), joenken: joenke (Vaals), rauwelen: rowələ (Vaals) | drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] || op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18866 | driftig | stoer: zjtoer (Vaals) | vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)] III-1-4 |
22655 | drijftol | knool: eŋə knouwəl (Vaals), knowəl (Vaals), Für Kerkrade, Simpelveld, Vijlen, Vaals, Kelmis, Montzen, Welkenraad, Eijnatten, Raeren, Aachen, Kohlscheid, Herzogenrath, Münsterbusch und Schleckheim (knoor) belegten wir karnool, knool, knoor, knouël. Die von Müller-Weitz und Rovenhagen angeführten Formen knöulche, knoielche, Plur. knöuelcher Frucht der Kornelkirsche weisen uns hier den Weg zur Erklärung. Die Kreisel wurden, wie uns ein sechzigjähriger Kerkrader mitteilte, früher vielfach aus Kornelholz geschnitzt. Um das Brummgeräusch zu verstärken, machten die Jungen mehrere Einkerbungen im Holz. Die betreffenden Formen liessen sich leicht erklären aus franz. corniole Kornelkirsche, das über karniool, kernool, krnool zu knool, und durch Diphthongierung zu knouël wurde. knouël (Vaals) | Een drijftol (bij middel van een zweep gedreven). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] || Kreisel (Peitschkreisel). III-3-2 |
24939 | drijfzand | drijfzand: driefzand (Vaals) | drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4 |
33413 | drinkbak voor de kippen | drinkbak: dreŋkbak (Vaals) | De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6 |