e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drinken drinken: drenke (Vaals, ... ), driŋkə (Vaals) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinkglas glas: jlās (Vaals) drinkglas [RND] III-2-1
drinkkuil in de wei poel: pōl (Vaals), wijertje: węi̯ǝržǝ (Vaals) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
droog blijven het blijft droog: ⁄t blieft druech (Vaals) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: druuž (Vaals), trŭŭsj (Vaals) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogdoek, theedoek grèlendoek: jrylədōx∂ (Vaals), potdoek: poͅt˃dox (Vaals), poͅt˃dōx (Vaals), spoeldoek: špø&#x0304ldox (Vaals), špø&#x0304ldox∂ (Vaals) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] III-2-1
droogrek tuitenrek: tø̄tǝrɛk (Vaals) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
drop lakrits: lākrīts (Vaals) drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] III-2-3
druilerig en koud weer het regent: et raënt (Vaals), ⁄t raënt (Vaals), nat (weer): naass (Vaals), nāss (Vaals), smies: JK: correct overgenomen  sjmiese (Vaals), vochtig (weer): veuschtisch (Vaals) nat [DC 02 (1932)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druk praten gek muilen: jek moele (Vaals) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1