e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een ei ei: ē̜.i̯ (Vaals), ē̜i̯ (Vaals) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een ei afpellen (de) schaal dervan doen: dǝ žāl dǝrva duǝ (Vaals) Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b] I-12
een huis huren mieten (d.): mietə (Vaals) een huis huren [DC 35 (1963)] III-2-1
een kind op de arm dragen dragen: drage (Vaals) een kind op de arm dragen [peizen] [N 87 (1981)] III-2-2
een kuil graven graven: jraave (Vaals) kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2
een miskraam krijgen afkomen: af komme (Vaals) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een pak slaag geven pezelen: piezele (Vaals) pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
een pijnscheut veroorzaken trekken: trikke (Vaals) Sterke kriebeling of trekking door pijn veroorzaken (morren). [N 84 (1981)] III-1-2
een riek mest gaffel (mest): jafǝl (Vaals) Een riek mest is de hoeveelheid mest die men in één keer met de riek kan opnemen. Die hoeveelheid is kleiner naarmate de mest meer verteerd is en daardoor gemakkelijker uiteenvalt. Van de termen die in dit lemma voorkomen, zijn er sommige (ook) van toepassing op een brok of klont mest: een aaneenklevende, weke massa goed verteerde mest. [N M, 12a; JG 1a + 1b + 2c; N 11A, 14; monogr.] I-1
een verkoudheid hebben de snop hebben: jež ha dər žnōēp (Vaals), het heeft mij te pakken: ət hat miež tse pakkə (Vaals), het te pakken hebben: iež han ət tsə pakkə (Vaals), jež hahn ət tsə pakkə (Vaals) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2