e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glazuur glazuur: glazoer (Vaals) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email). [N 84 (1981)] III-1-1
glijden roetsjen: roetsje (Vaals), rutschen (du.): roetsje (Vaals) Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-1-2, III-3-2
glimlachen gremelen: griemmele (Vaals) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm glimwormpje: glimwormsje (Vaals, ... ), johannawormpje: jōwanəwörpjə (Vaals), lichtwormpje: lüetwörmche (Vaals), lüëtwörmche (Vaals) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)], [ZND B2 (1940sq)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gluiperd duckmuser (du.): ənə dōēkmüsər (zn.) (Vaals), stiekemerd: sjtiekemert (Vaals) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig geniepig: dōēkmüsərəch (Vaals), hinterlistieg: héngərlistəzj (Vaals), stiekem: sjtiekem (Vaals) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] || gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
goed opschieten met zijn werk vooraan komen: vur a koame (Vaals) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goedzak goede sul: eŋə jouwə tsöl (Vaals), sul: tsul (Vaals) een goedzak van een mens [ZND B1 (1940sq)] || een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] III-1-4
golf wel: wel (Vaals) golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)] III-4-4
golven ww. wellen: welle (Vaals) golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)] III-4-4