e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hijgen hijgen: hīxə (Vaals), hyge (Vaals) (naar adem) hijgen [ZND B1 (1940sq)] || Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] III-1-2
hijgen naar adem, reutelen reutelen: reusjelen (Vaals) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hinken hinkelen: hinkele (Vaals) Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2
hoed (alg.) hoed: hot (Vaals) hoed [RND] III-1-3
hoeden van koeien hoeden: hø̜̄jǝ (Vaals) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoefstal, noodstal noodstal: nūǝtštāl (Vaals) Een uit houten planken of metalen buizen vervaardigd gestel dat vóór of in de smidse is opgesteld. Wanneer een paard moet worden beslagen, wordt het in de hoefstal geplaatst. Zie ook afb. 220. [N 33, 6; N 33, 374; S 14; L 1a-m; L 1u, 96; L B2, 278; A 43, 15; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] II-11
hoekschop corner (eng.): Karte 168.  kornər (Vaals), eckball (du.): Als Duits Ecke.  äkbal (Vaals) Eckball. || Hoekschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
hoektand eckzahn (du.): ecktsānk (Vaals) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoektroffel eckentroffel: ɛkǝtru.fǝl (Vaals) Metselwerktuig om hoeken te bepleisteren. Het blad van de hoektroffel is V-vormig gebogen en biedt op deze wijze de mogelijkheid een zuivere lijn van het pleisterwerk te verkrijgen. Zie afb. 1c. In K 278 kende men 'hoekpleisters' voor een buitenhoek ('vør nǝn˱ bø̜̄jtǝnhuk') en voor een binnenhoek ('vør nǝn˱ benǝnhuk'). Ook de invuller uit Q 83 maakt dit onderscheid. Volgens de invuller uit Q 198a wordt de hoektroffel niet gebruikt door de metselaar, wel door de stucadoor. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(troffel)' en '-(truweel)' het lemma 'troffel'. [N 30, 8b; monogr.] II-9
hoepel reep: en rēf (Vaals), reef (Vaals, ... ) Een hoepel (speeltuig. Fr. cerceau). [ZND B1 (1940sq)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2