e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtspaander fiet: fiet (Valkenburg, ... ), flimp: flump (Valkenburg) dunne houtspaander om licht en vuur te ontsteken, voorloper van onze lucifer || houtspaander || spaander, \"fiet\"om vuur aan te steken || spaantje van hout waarmee men vuur neemt uit de kachel of de haard, bijv. om een pijp op te steken (servieskes) [N 20 (zj)] III-2-1
houtsplinter splinter: šplentǝr (Valkenburg) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
houtworm houtworm: houtwurm (Valkenburg), houtwörrem (Valkenburg), eigen spellingsysteem  houtwörrem (Valkenburg), houtwormpje: houtwörmke (Valkenburg) houtworm [DC 23 (1953)] || wormpje dat gangen graaft in het hout van meubels enz. [meemel, muitel, meutel] [N 26 (1964)] III-4-2
houweel houweel: huwiǝl (Valkenburg) Houweel of hak die vroeger gebruikt werd om de wielen van de kar of wagen vrij te maken als die vastgelopen was op slechte wegen. Deze hak werd ook gebruikt als steun voor de kar of wagen tot de wegen beter werden en de hak als steun vervangen werd door de zware karsteun. [N 17, 83; JG 1d; monogr.] I-13
hovaardig groots: greùtsj (Valkenburg), gröètsj (Valkenburg) grootsch [SGV (1914)] || het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)] III-1-4
huichelaar filou (fr.): volgens aut. meer in betekenis van "félon"(mar.= trouweloos) (vanwege klemtoon op eerste lettergreep) dan van filou (fr.)  fieloir (Valkenburg) huichelaar III-1-4
huichelen huichelen: huuchele (Valkenburg) veinzen [SGV (1914)] III-1-4
huid huid: hoet (Valkenburg, ... ), hōēt (Valkenburg), vel: vel (Valkenburg, ... ) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers roos: rŏĕs (Valkenburg), ruif: WNT: ruif (III), Het ruiven of ruien, de rui, het op regelmatige tijden verliezen van zijn veren of haren...  roef (Valkenburg), schilfers: sjölver (Valkenburg) schilfer [SGV (1914)] || schilfers op de huid [blusters] [N 10 (1961)] III-1-2
huiduitslag uitslag: oetsjlaag (Valkenburg) Huiduitslag: plaatselijke verandering van de huid in de vorm van vlekken, pukkeltjes, etc. (dutsel, rool). [N 84 (1981)] III-1-2