e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsberen drentelen: drentele (Valkenburg, ... ), rondkeutelen: rondkeutele (Valkenburg) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2
ijsheiligen ijsheiligen: de ieshèllege (Valkenburg) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijsmuts ijsmuts: iesmutsch (Valkenburg) ijsmuts [N 25 (1964)] III-1-3
ijspegel ijskiekel: ieskekel (Valkenburg), ijspiel: iespiele (mv.) (Valkenburg) ijskegel, ijspegel || ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijverig ijvertig: ievertig (Valkenburg), naarstig: nêrsjtig (Valkenburg) noest [SGV (1914)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: iezel (Valkenburg) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: iezele (Valkenburg, ... ) ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
ijzen schuiveren: sjoevere (Valkenburg) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Valkenburg), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Valkenburg), oogstgaffel: ǫu̯s˲gafǝl (Valkenburg) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3
ijzeren haak aan de puthaak schephaak: sxøphōͅk (Valkenburg) [N 12 (1961)] I-7