e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruinschering kruinschering: de kruunsjaering (Valkenburg) De kruinschering [kruungsjeëre]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruipend ongedierte kruipend ongesiefer: eigen spellingsysteem  kroepend ongesiefer (Valkenburg) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruis kruis: kruuts (Valkenburg) kruis [SGV (1914)] III-3-3
kruis of munt kop of munt: kop-of-meunt (Valkenburg) Kruis of muntspel. III-3-2
kruisbeeld beeld: beelt (Valkenburg), crucifix (<lat.): kruusefieks (Valkenburg), kruussefieks (Valkenburg), kruussefiks (Valkenburg, ... ), kruis: kruu.s (Valkenburg), kruus (Valkenburg, ... ), kruisbeeld: kruu:sbeeld (Valkenburg), kruusbeeld (Valkenburg), kruusbeelt (Valkenburg), onzelieveheer: slivvenhiër (Valkenburg), slivvenièr (Valkenburg) Een beeld van Christus-aan-het-kruis [kruus, kruuts, kruu(t)sbeeld, kruusse-fiks?]. [N 96A (1989)] || Een kruisbeeld, het geheel van kruis en de eraan gehechte Christusfiguur. [N 96B (1989)] || Kruisbeeld [slivvenier, kruus, kruussefiks]. [N 06 (1960)] III-3-3
kruisbes kroezel: kroaschel (Valkenburg), kroisjel (Valkenburg), Kil.: kroesbezie, (ofr. groisselle)  kroischel (Valkenburg) [DC 13 (1945)]kruisbes I-7
kruisdagen kruisdagen: Kruusdaag (Valkenburg) De drie dagen vóór Hemelvaartsdag, de kruisdagen [krütsdaag, kruusdaog]. [N 96C (1989)] III-3-3
kruisen, kruisdagen? kruisdag: kry:zda:ch (Valkenburg) kruisen [RND] III-3-3
kruisheer kruisheer: nne kruushièr (Valkenburg) Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruisje aan een kettinkje kruisje: kruuske (Valkenburg) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3