e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lagenmaat lagenmaat: lǭgǝmǭt (Valkenburg) De dikte van één baksteen plus één lintvoeg. Zie ook afb. 28 en 41. [N 31, 8a; N 31, 7c; monogr.] II-9
lagenverdeellat lagenlat: lǭgǝlat (Valkenburg), maatlat: mǭtlat (Valkenburg) Maatlat die is onderverdeeld in eenheden die ieder de dikte van één baksteen plus één voeg groot zijn. De lagenverdeellat heeft doorgaans een lengte van 1,10 m en wordt door de metselaar tegen de profielen gehouden om de laagverdeling daarop te kunnen aftekenen. Deze werkzaamheden werden in Q 3 'voegen aftekenen' ('vugǝ ǭftēkǝnǝ') en in L 414 'aftekenen' ('āftīkǝnǝ') genoemd. Zie ook afb. 28. [N 31, 8a; N 31, 8b; N 31, 7c; monogr.; div.] II-9
laken laken: lākǝ (Valkenburg) Effen of met keperbinding geweven wollen stof, die door volling zulk een dichtheid heeft verkregen, dat men van draden vrijwel niets kan zien, zodat de oppervlakte zich viltachtig voordoet. [N 62, 75f; N 59, 201; MW] II-7
lakschoen lakschoen: lakschön (Valkenburg) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: lamp (Valkenburg), lammetje: lɛmkǝ (Valkenburg), lɛmǝkǝ (Valkenburg), schaapje: šø̄pkǝ (Valkenburg), šø̜̄pkǝ (Valkenburg), šø̜pkǝ (Valkenburg) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Valkenburg) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lammetjespap lammertjespap: lemmerkespap (Valkenburg) Pap van boekweitmeel (lemmekespap?) [N 16 (1962)] III-2-3
lamoen gestel: gǝštel (Valkenburg) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
lamp lamp: lamp (Valkenburg) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenpit wiek: week (Valkenburg, ... ), wek (Valkenburg), wiekengaren: weekegare (Valkenburg) lampekatoen || lampepit [SGV (1914)] || lampepit van katoen in een petroleumlamp (limet, lemmet, lemment, lemmert) [N 20 (zj)] || lampepit, kaarspit III-2-1